De klachten van de tweede kamer aan het adres van het kabinet lijken op de klachten die ik in sommige gevallen hoor van ondernemingsraden richting de bestuurder/ Raad van Bestuur. De Tweede Kamer vindt dat er een nieuwe bestuurscultuur moet komen. Dat vinden OR-en impliciet vaak ook.
De overeenkomsten:
We worden te laat, te weinig, onvolledig, in het geheel niet of slecht geïnformeerd. Komt bekend voor, niet?
Dan: de regeerakkoorden zijn zo dichtgetimmerd dat er geen ruimte meer is voor de Tweede Kamer om haar invloed uit te oefenen. Er worden op voorhand zoveel afspraken gemaakt, dat die ruimte er niet meer is. Oftewel: de besluiten zijn al ‘zo goed als’ genomen en voor de vorm wordt een en ander dan nog voorgelegd aan de Kamer. De OR moet volgens de WOR ook wezenlijk invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming!
Zaken worden achtergehouden, een en ander is niet transparant. Van de OR hoor ik dat er soms al dingen gaande zijn of uitgevoerd worden zonder dat de OR geïnformeerd wordt. In sommige gevallen zelfs dat de OR gepasseerd is, er geen advies is gevraagd of instemming is verzocht, waar dat wel verplicht was.
De OR vraagt soms ook hoe ze van een OR-lid af kunnen komen, of hoe ze in de verkiezingen zo kunnen handelen dat de bestaande OR kan blijven bestaan of op enigerlei wijze kunnen beïnvloeden wie in de OR komt. Begrijpelijk, want prettig samenwerken is belangrijk, maar niet democratisch. De OR gaat daar niet over noch de bestuurder. De achterban kiest. Positie OR-lid, functie elders? De ophef was enorm…
Ook wantrouwen naar de bestuurder/ Raad van bestuur is geen onbekend fenomeen. Meestal komt het er niet van om ‘een motie van wantrouwen’ in te dienen oftewel ‘het vertrouwen in de bestuurder op te zeggen’. Ook al komt het voor in een enkel geval. Maar in de wandelgangen is er zeker sprake van (een motie van) afkeuring.
Dan wordt hier en daar het DB (dagelijks bestuur) wel eens beticht van een bondje met de bestuurder. (Vergelijk: wie belt/ spreekt met wie in de aanloop van een debat?) Het lijkt erop dat zaken in het agendaoverleg al wel eens voorgekookt worden. Doet dat denken aan achterkamertjes?
De OR kiest, net als de Tweede Kamer, een voorzitter uit zijn midden. Wie komt naar voren? Wie stelt zich kandidaat? Hoe presenteert deze kandidaat zich? Is er vertrouwen?
De oude bestuursstijl moet veranderen zeggen de Kamerleden. Geen dik en gedetailleerd regeerakkoord meer met weinig ruimte voor de Kamer (in OR-termen: dichtgetimmerde strategische plannen c.q. besluiten die al genomen lijken met weinig ruimte voor de OR)! Geen Kamer meer die zijn oren laat hangen naar de regering, maar een Kamer die wèl vroegtijdig betrokken en geïnformeerd wordt en vervolgens zijn controlerende taak serieus neemt en een eigen onafhankelijke (!) afweging maakt met betrekking tot beleid/ voorgenomen besluiten.
De OR is net als de Tweede Kamer een gekozen orgaan. Er zijn ook verschillen: OR-leden krijgen hiervoor beperkte tijd waarin ze hun taak, rol, rechten, plichten, bevoegdheden hebben uit te oefenen. Het is niet hun dagelijkse werk, maar een taak die ze er naast hun eigen werk en soms deels in eigen tijd bij doen. OR-en worden geschoold in hun taak. Daar hebben ze recht op. Voor de Tweede Kamerleden is het een dagtaak. Zoals ik in trainingen vaak tegen OR-en zeg: gebruik je rechten en bevoegdheden, je hebt ze immers. Zo zou ik tegen de Tweede Kamerleden kunnen zeggen: ‘pak je taak op, gebruik je rechten en bevoegdheden en accepteer niet dat die worden ondermijnd of afgezwakt’. Doe waarvoor je gekozen bent!
Zie volgende blog: Hoe organiseer je ‘tegenmacht’?