Medezeggenschap: De OR en de Tweede Kamer (2). Hoe organiseer je ‘tegenmacht’?

In het vorige blog kun je lezen hoe de ondernemingsraad in een aantal aspecten overeenkomsten vertoont met de Tweede Kamer. In dit blog wil ik de parallel doortrekken naar het op dit moment veel gehoorde pleidooi voor meer dualisme in de politiek oftewel de behoefte aan ‘tegenmacht’ ten opzichte van ‘macht’.

De OR kan gebruik maken van zijn rechten, plichten, bevoegdheden om invloed uit te oefenen op het beleid c.q. de besluitvorming in de organisatie. Medezeggenschap volgt zeggenschap in de zin dat je medezeggenschap plaatst waar zeggenschap is. Het parlement is medewetgever en zit daar waar de regering is. Het parlement wordt geïnformeerd, overlegt/ debatteert over voornemens, initieert, adviseert en stemt in. Zo ook de OR. Ondanks bevoegdheden heeft een en ander in de politiek geleid tot onvrede over de uitgeoefende tegenmacht.

Hoe kan een dergelijke tegenmacht georganiseerd of versterkt worden op ondernemingsraadsniveau? De bestuurder kan de OR meer instrumenten in handen geven c.q. de OR kan meer instrumenten in gebruik nemen. De toeslagenaffaire maakt ons duidelijk dat de wetgever veel te weinig zicht had op de uitvoering van de wet en de consequenties ervan. Kennelijk zit er een hiaat tussen de wetgever en de uitvoering van beleid. Mogelijk herkenbaar voor organisaties. In een organisatie is het de achterban die het best op de hoogte is van de (consequenties van de) uitvoering van beleid. Hun rol versterken zou kunnen helpen. Hoe doe je dat? Hoe geef je de achterban (Lees: de burger) een grotere rol?

Veel OR-en werken met of hebben experimenten gedaan met klankbordgroepen, MZ-cirkels, flexibele schillen of kringen. Dat is een mooie stap. Vaak werden die ingeschakeld op een onderwerp en werden zo een ‘tijdelijke commissie op inhoud’. De medezeggenschap zou versterkt kunnen worden met het organiseren van tegenmacht door bijvoorbeeld: de achterban zaken laten agenderen. Belangen van de achterban kunnen zo geadresseerd worden. Ook kan de achterban worden ingeschakeld voor toezicht op uitvoering van beleid, wat de praktijkeffecten zijn van het beleid, voor evaluaties, voor het bespreken van nieuwe ontwikkelingen en voor preventie door hen actief te vragen zaken te rapporteren die zij als eerste detecteren in de organisatie. Hoe meer participatie van de achterban hoe beter.

Door klankbordgroepen/ flexibele kringen/ raden van professionals binnen de organisatie daadwerkelijk te gebruiken, in te zetten, te laten samenwerken, te faciliteren (!) en mee te laten denken en besluiten, vergroot je het draagvlak voor beleid/ besluiten. Een ieder die mede verantwoordelijkheid wil dragen voor het collectief, kan meedoen. Zo kan er een levendige dialoog ontstaan waar de achterban zich bij betrokken voelt. De bestuurder heeft baat bij het inclusief maken van diverse geluiden. Het mede ‘dragen’ kan plaatsvinden in projectvorm en georganiseerd worden door de (kern) OR met voldoende ambtelijke ondersteuning. Deze ‘tegenmacht’ heeft ook verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid voor de OR om het te organiseren, voor de organisatie om het te ondersteunen, voor de achterban om zich te verdiepen en de taak in deze serieus te nemen. Invloed voor de OR is goed, participatie van alle medewerkers is beter.

Dit bericht is geplaatst in Algemene berichten. Bookmark de permalink.